Self talk

Self talk

Self talk

Ik was het begrip helemaal vergeten: self talk. Het laat zich niet lekker vertalen naar het Nederlands, maar waarschijnlijk weet je meteen waar ik het over heb. Je innerlijke dialoog, of gewoon hoe je tegen jezelf praat. Voor je gevoel van eigenwaarde en voor het ontwikkelen van zelfvertrouwen maakt het natuurlijk nogal uit hoe je dat doet.

Ik moest eraan denken toen ik het boekje Beren op de weg, spinsels in je hoofd las. Dat gaat over verschillende manieren van denken en de taal die we gebruiken. Een paar voorbeeldzinnetjes uit het boek:

De perfectionist

  • ‘Er mag niets fout gaan, want dan faal ik, ben ik een onbenul en val ik door de mand’.
  • ‘Als ik een fout maak, dan is dat een bewijs dat ik niets waard ben.’

De rampdenker

  • Als er een fout gemaakt is: ‘Het hele project loopt mis.’
  • Als een leidinggevende kritiek heeft: ‘Ik kan mijn carrière wel vergeten.’

 

Niet doen, afblijven, wat heb ik nou gezegd?

De oorzaak van deze manier van denken zit ‘m waarschijnlijk in onze opvoeding. Als we opgroeien krijgen we dagelijks meerdere zinnetjes te horen als: niet doen, afblijven, wat heb ik nou gezegd? Dat sluit aan bij een ander boek over dit onderwerp: Het innerlijk spel door tennis. De auteur, Timothy Gallwey schrijft in zijn boek: ‘Er is niets fout aan de essentie van een menselijk wezen. Van jongs af aan heb ik het tegenovergestelde geleerd: namelijk dat ik in wezen slecht ben en dat ik goed moet worden.’ Hij was destijds tennisleraar en had bij zichzelf en andere tennissers gemerkt dat er een innerlijke conversatie aan de gang was tijdens het spel. Een die alsmaar negatiever werd:

‘Wat een rotservice was dat’, en ‘Wat ben ik slecht aan het serveren vandaag’. Na nog meer slechte services, ging het oordeel verder: ‘Ik kan helemaal niet serveren’ en daarna ‘Ik kan helemaal niet tennissen!’ om te eindigen met: ‘Ik kan ook helemaal niks.’

 

Slechter spel

Het resultaat is natuurlijk dat we nog slechter gaan spelen. De kritische stem noemde Gallwey ‘zelf-1’. Die stem wil altijd alles goed doen en is voortdurend op zoek naar zelfbevestiging en goedkeuring. Naast zelf-1 hebben we ook een ‘zelf-2’. Dat is onze natuurlijke staat. We zijn ontspannen, gaan op in het moment en zijn niet zo hyperbewust van onszelf. Dan gaan de dingen gemakkelijk, als vanzelf en denken we niet te veel na. We vertrouwen op onszelf.

 

Een klassieker

Het boek Het innerlijk spel door tennis van Gallwey, uit 1974, werd een groot succes en niet alleen onder tennissers. Het was een andere manier van denken en het zorgde voor nieuwe beroepen zoals sportpsychologen en coaches. Nog steeds wordt het boek veel gelezen.

 

Is dat echt zo?

Het boekje Beren op de weg, spinsels in je hoofd laat zien hoe je op een betere manier tegen jezelf kunt praten. Een voorbeeld is een man die een presentatie gaat geven en bang is dat hij na afloop niet alle vragen goed zal kunnen beantwoorden. De negatieve gedachten zijn: ‘Als ik niet alle vragen kan beantwoorden, dan ben ik een waardeloze medewerker.’ De beste vraag die jezelf kunt stellen: ‘Is dat echt zo? Ben ik dan echt waardeloos?’

Een realistischer antwoord is: ‘Het is natuurlijk jammer als ik niet alle vragen kan beantwoorden. Ik zou het liever perfect doen, maar ik weet dat dat onmogelijk is. Het niet kunnen beantwoorden van deze vragen zegt weinig of niets over mijn waarde als medewerker. Die waarde kun je op tal van aspecten beoordelen. Deze presentatie is er maar een van. Iedere medewerker heeft zijn sterke en zwakke kanten. Ik ben ook maar een gewoon mens.’ En daarnaast kun je een groeimindset ontwikkelen.

 

Zelf-3

Ik realiseerde me door het lezen van dit boekje dat mijn self talk jaren geleden al veel positiever was geworden dankzij het boek van Timothy Gallwey. Ik heb nu zelfs een ‘zelf-3’. Dat is de stem die tevoorschijn komt als ik wat aanmoediging kan gebruiken als ik iets nieuws doe wat spannend is: ‘Kom op, je kunt het!’ zegt zelf-3 dan.

 

 

 

Foto: Josh Calabrese via Unsplash.com

 

 

Durf fouten te maken

Durf fouten te maken

De kortste definitie van zelfvertrouwen die ik ken is deze van Jack Canfield:

 

Feeling lovable and capable 

 

Het gevoel dat je geliefd en capabel bent. In Nederland zijn we vrij nuchter dus het gevoel ‘geliefd’ te zijn lijkt misschien wat overdreven. In dit blog wil ik het hebben over de tweede: je capabel of competent voelen. 

 

Onzekerheid als je iets nieuws leert

Als je iets nieuws aan het leren bent, een taal bijvoorbeeld, dan kun je je incompetent voelen als je, zoekend naar woorden, veel moeite moet doen om jezelf uit te drukken. Als het om een vaardigheid gaat die belangrijk voor je is, en je bent nog volop aan het leren en oefenen, dan kan dat je onzekerheid vergroten.

Het werk van de Amerikaanse psychologie professor Carol Dweck kan hier goed bij helpen. 

 

Leuk, een uitdaging! 

Als jong onderzoeker was Dweck gefascineerd door de vraag hoe mensen omgaan met mislukkingen. Ze besloot kinderen te observeren die een steeds moeilijker taakje kregen. Ze verwachtte dat er veel verschillen zouden zijn in de reacties van de kinderen. Dat viel tegen. De meeste kinderen reageerden namelijk hetzelfde. Hun motivatie om door te gaan nam af. Twee jongens in de onderzoeksgroep reageerden anders op de steeds moeilijker wordende taakjes. Ze werden juist enthousiaster. 

In plaats van te denken ‘ik kan dit niet’, gingen de twee jongens gemotiveerd door en probeerden het gewoon op een andere manier.

 

Mindset 

Carol Dweck ging er vanuit dat je iets kunt of niet. Dus je bent slim of je bent het niet. Als je faalt is dat een teken dat je niet slim bent. Haar persoonlijke aanpak als jonge onderzoeker was gericht op succes en het vermijden van fouten. Ze was daarom positief verrast over de reactie van de twee jongens. De enthousiaste houding noemde ze ‘groeimindset’. De behoudende, risicomijdende reactie noemde ze de ‘statische mindset’.

Uitdagingen uit de weg gaan 

De statische mindset gaat er vanuit dat intelligentie, persoonlijkheid en karakter vaststaande gegevens zijn. Niet te ontwikkelen dus. Als iets veel moeite kost, is de redenatie: dit kan ik niet. Om niet dom over te komen, gaat iemand met een statische mindset uitdagingen vooral uit de weg.

  

Oefenen, oefenen, oefenen

Mensen met een groeimindset gaan ervan uit dat je je kwaliteiten kunt ontwikkelen door er moeite voor te doen, te oefenen, uit te proberen, en door te gaan met oefenen als het niet meteen lukt.

Dankzij het werk van Dweck zijn er scholen in Amerika (en gelukkig ook in Nederland) die hun leerlingen nu vertellen dat oefenen en moeite doen om te leren is goed. Dat is het moment dat de neuronen in de hersenen nieuwe, sterkere verbindingen leggen. Je wordt er slimmer van. 

 

Een beter compliment 

Om te voorkomen dat kinderen opgroeien met een statische mindset adviseert Dweck om geen complimenten te geven over eigenschappen. Dus niet: ‘wat ben je toch slim’ of ‘je hebt talent’. Maar wel over inzet en volharding. Bijvoorbeeld: ‘wat heb je goed je best gedaan’ of ‘wat goed dat je hebt doorgezet’.

Ik sluit af met de woorden van mijn kleine heldin Pippi Langkous: ‘ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan!’ Over ‘feeling capable’ gesproken…

 

 

 

Klik hier voor een animatie op YouTube over de mindset

 

 

 

Pin It on Pinterest