Op een fijnere manier omgaan met fouten

Op een fijnere manier omgaan met fouten

 

Een van mijn best gelezen blogs op LinkedIn gaat over fouten maken. Dat verbaast me niets, maar het is wel interessant. Want een fout maken is gewoon echt vervelend. Het heeft een paar negatieve consequenties. Ten eerste kost een fout vaak tijd of geld. Een fout kan irritatie geven, bij de klant, bij een collega of bij je manager. Het geeft bijna altijd stress. En aan een fout maken zit risico. Soms verwaarloosbaar maar soms met grote gevolgen. Een promotie die niet doorgaat of een klant die het jaarcontract daarom niet wil verlengen. Daarnaast doet het iets met je gevoel van eigenwaarde omdat schaamte een rol kan spelen. Hoe fijn is het niet als je collega je opbeurt omdat ze die fout ook wel eens maakt.

 

Manier waarop het niet werkt in plaats van ‘fout’

Sommige mensen kunnen echter prima met fouten omgaan. Uitvinder Thomas Edison is een bekend voorbeeld. Voordat de gloeilamp goed werkte, had hij 10.000 eerdere pogingen gedaan. Hij zag dat niet als 10.000 fouten of mislukte pogingen. Hij had gewoon 10.000 manieren gevonden waarop het niet werkte.

 

Michael Jordan heeft ook een andere kijk op fouten:

 

‘Ik heb in mijn carrière meer dan 9000 worpen gemist. Ik heb bijna 300 wedstrijden verloren. Zesentwintig keer was het aan mij om het winnende shot te nemen en miste ik. Keer op keer heb ik gefaald. En dat is waarom ik succes heb.’

 

Springplank in plaats van ‘fout’

En nog een voorbeeld (weer uit Amerika): Arianna Huffington, oprichter van de Huffington Post en auteur van het boek De slaaprevolutie, kreeg in haar jeugd steevast van haar moeder dit te horen:

‘Een fout maken is niet het tegenovergestelde van succes, een fout is een springplank naar succes.’ En zegt ze verder: ‘als je niet vaak faalt, leg je de lat niet hoog genoeg.’

 

Het is waarschijnlijk ook gewoon een typisch Amerikaanse denkwijze. Failliet gaan wordt daar ook niet gezien als falen. Misschien komt het door onze calvinistische inslag. Misschien is het te frivool om een fout als iets positiefs te zien. Maar als het gaat om innoveren, zijn de Amerikanen natuurlijk wel leading. Denk aan Apple, SpaceX en Tesla.

 

Onvoorzien leermoment in plaats van ‘fout’

Ik heb toch nog een Nederlander kunnen vinden die op een positieve manier kijkt naar iets dat niet goed gaat. Boyan Slat die met zijn uitvinding de plastic soep uit de oceaan opruimt, noemt fouten een ‘onvoorzien leermoment’.

 

Op Nederlandse scholen is er gelukkig steeds meer aandacht voor de voordelen van fouten maken, dankzij het werk van (de Amerikaanse!) Carol Dweck. Door fouten te maken en veel te oefenen, maken de neuronen in de hersenen nieuwe, sterkere verbindingen. Deze sterkere verbindingen maken je slimmer. Over die mindset en Carol Dweck schreef ik eerder dit blog en deze.

 

Anders omgaan met ‘fouten’

Dus ja, de ‘psychologie van fouten maken’ is interessant. En er op een andere manier naar kijken ook. Ik moet eerlijk bekennen dat het mij wel wat tijd heeft gekost om makkelijker met fouten om te gaan. Inmiddels gaat dat heel behoorlijk. Gister nog: ik had drukwerk besteld voor een workshop. Een kaart formaat ‘ansicht’. Maar ik had het fout gedaan en de kaart was twee keer zo groot geworden. Geen ramp natuurlijk. Dus ik haalde mijn schouders op en ging verder. Vroeger had ik dat op zijn minst stom van mezelf gevonden. Fijn om die vooruitgang te merken. Hopelijk geldt dat, als lezer van mijn blog, ook voor jou!

 

Leuk als je een reactie achterlaat in de comments!

 
Photo by Sarah Kilian on Unsplash
Fouten maken en toch verder komen

Fouten maken en toch verder komen

Lol

Jaren geleden werkte ik bij een bedrijf waar een aantal collega’s uit Den Haag kwam. We hadden een hoop lol en er werd vaak in plat Haags een dolletje gemaakt. Regelmatig zong er wel iemand ‘O, o, Den Haag’ van Harrie Jekkers. Jiskefet was nog op televisie en elke woensdag hoorde je een collega zeggen dat Zaagmans langskwam: om de week doormidden te zagen.

 

Verkeerde naam

Ik werkte voor de verkoopmanager en moest regelmatig offertes versturen. Op een ochtend vond ik een gele memoplakker op mijn bureau van hem. Offerte stond erop, wat prijzen, 5% korting, de bedrijfsnaam en de naam van de contactpersoon: Hobbesmets. Ik ging aan de slag, maakte de offerte en stopte hem in een envelop. E-mail bestond nog niet. Ik legde een kopietje op het bureau van de verkoopmanager zodat hij wist dat de offerte was verstuurd.

 

Toen ik de volgende ochtend binnenkwam zag ik alle hoofden mijn kant opdraaien. Vreemd dacht ik, ik ben gewoon op tijd. ‘Deze offerte heb je toch niet verstuurd hè?’ De verkoopmanager keek me streng aan. Hij hield het kopietje omhoog. ‘Ja, tuurlijk. Dat stond op het memoblaadje,’ antwoordde ik een beetje ongerust. Na wat gevloek kwam de uitleg: de contactpersoon heette anders en zeker geen Hobbesmets. Hobbesmets bleek een Haagse uitdrukking voor armoedzaaier. ‘Waarom stond dat dan op het blaadje?’ wilde ik nog weten. Ik hoorde mijn collega’s om me heen in lachen uitbarsten.

 

Omgaan met fouten

Ik moest aan dit voorval denken toen ik het boek las van de psycholoog Carol Dweck, Mindset, de weg naar een succesvol leven. Als jong onderzoeker wilde Dweck weten hoe mensen omgaan met fouten. Ze ging kinderen observeren die een steeds moeilijker opgave moesten maken. Dweck verwachtte dat er veel verschillen zouden zijn in de reacties. Dat was niet zo. Bijna alle kinderen reageerden hetzelfde. Ze wilden liever stoppen. Op twee jongens na. Die werden juist enthousiast toen ze de moeilijke opgaven kregen. ‘Leuk, een uitdaging!’, zei de een. In plaats van bezorgd te denken: ‘ik kan dit niet’.

 

Dweck ging er voor die tijd vanuit dat je iets kunt of niet. Je was slim en je had talent of je was dom en niet getalenteerd. Dweck stond daarin niet alleen. Het was gewoon zoals veel mensen dachten. Ik herken het omdat mijn vader ook die opvatting had. Je intelligentie stond vast, punt. De een had een talenknobbel, de ander een wiskundeknobbel. Of geen knobbel.

 

 

De mindset

Het idee dat talent of IQ niet ontwikkeld kan worden noemde Dweck de statische mindset. De enthousiaste reactie van de twee jongens gaf ze de naam groei mindset.De statische mindset gaat er dus vanuit dat intelligentie, persoonlijkheid en karakter vaststaande eigenschappen zijn. Er moet iets in de basis aanwezig zijn, want anders valt er niets te ontwikkelen. Die denkstijl maakt je wel een beetje kwetsbaar. Een fout maken betekent dan al snel dat je geen aanleg hebt. Dus doe je je best om niet dom over te komen.

 

Het zorgt er ook voor dat je hoge eisen aan jezelf stelt. Als iets lang nodig heeft (een blog schrijven bijvoorbeeld) kun je dat met een statische mindset zien als falen. Of als je collega iets snel onder de knie heeft en jij niet. Het maakt je onzeker. Met een statische mindset moet je meer moeite doen om zelfvertrouwen te krijgen of te behouden. 

 

Verder heb je met deze denkstijl de neiging om:

– Uitdagingen te vermijden;

– Je defensief te gedragen en het gauw op te geven;

– Inspanning te zien als zinloos of;

– Kritiek of leerzame, negatieve feedback te negeren;

– Succes van anderen als bedreiging te zien.

 

Met een statische mindset blijf je dus veilig in je comfortzone. Je komt volgens Dweck snel op je ‘maximale niveau’. Je bereikt minder omdat er simpelweg minder oefening is. En dus minder ontwikkeling.

 

Nieuwe ontdekkingen

Dankzij de uitvinding van de MRI is er de laatste vijftien jaar veel ontdekt over de werking van het brein. Het brein blijkt juist heel flexibel te zijn. Neuroplasticiteit heet dat. Zelfs op latere leeftijd kunnen de hersenen nieuwe verbindingen leggen (al gaat het iets minder snel). Het oude idee dat talent of IQ niet ontwikkeld kan worden is dus echt achterhaald. Je kunt je brein verder ontwikkelen door: lezen, dansen, slapen, creatief bezig zijn, een muziekinstrument leren spelen en reizen maken naar plaatsen waar je nog niet bent geweest. Goed nieuws.

 

Dat je in deze tijd toch last kan hebben van een statische mindset, ligt aan goedbedoelde complimenten. Als je wordt gecomplimenteerd met: ‘Wat ben je toch slim’, of ‘wat een talent ben jij!’ krijg je de neiging om dat beeld vast te houden. Je durft daarna geen fout meer te maken! Beter zijn complimenten die over de inzet gaat. ‘Wat heb je hard gewerkt’, of ‘wat goed dat je hebt doorgezet ondanks die tegenslag’.

 

Naar een groei mindset

Een groei mindset ontwikkelen is volgens Dweck prima te doen. Het begint met anders te kijken naar het leerproces: als je iets nieuws leert, horen fouten maken en oefenen er gewoon bij. Een fout maken is niet langer een aanval op je zelfbeeld. Als je een groei mindset wilt, is dit het advies:

– Verwelkom uitdagingen;

– Geef niet op bij tegenslag;

– Zie inspanning als de weg naar meesterschap;

– Leer van kritiek;

– Haal lering en inspiratie uit het succes van anderen.

 

Carol Dweck eindigt haar boek met eerlijke woorden: heeft de groei mindset al haar problemen opgelost? Nee. Maar het leidde wel tot een ander, rijker leven. Ze leeft bewuster, ze durft meer en ze is oprechter.

Van de Hobbesmets-fout trok ik me trouwens niet veel aan. We hebben de offerte opnieuw verstuurd, nu met de goede naam en een flauw excuus over Word. Maar van een deal is het niet meer gekomen.

 

Foto: John Schnobrich via www.unsplash.com

 

 

Durf fouten te maken

Durf fouten te maken

De kortste definitie van zelfvertrouwen die ik ken is deze van Jack Canfield:

 

Feeling lovable and capable 

 

Het gevoel dat je geliefd en capabel bent. In Nederland zijn we vrij nuchter dus het gevoel ‘geliefd’ te zijn lijkt misschien wat overdreven. In dit blog wil ik het hebben over de tweede: je capabel of competent voelen. 

 

Onzekerheid als je iets nieuws leert

Als je iets nieuws aan het leren bent, een taal bijvoorbeeld, dan kun je je incompetent voelen als je, zoekend naar woorden, veel moeite moet doen om jezelf uit te drukken. Als het om een vaardigheid gaat die belangrijk voor je is, en je bent nog volop aan het leren en oefenen, dan kan dat je onzekerheid vergroten.

Het werk van de Amerikaanse psychologie professor Carol Dweck kan hier goed bij helpen. 

 

Leuk, een uitdaging! 

Als jong onderzoeker was Dweck gefascineerd door de vraag hoe mensen omgaan met mislukkingen. Ze besloot kinderen te observeren die een steeds moeilijker taakje kregen. Ze verwachtte dat er veel verschillen zouden zijn in de reacties van de kinderen. Dat viel tegen. De meeste kinderen reageerden namelijk hetzelfde. Hun motivatie om door te gaan nam af. Twee jongens in de onderzoeksgroep reageerden anders op de steeds moeilijker wordende taakjes. Ze werden juist enthousiaster. 

In plaats van te denken ‘ik kan dit niet’, gingen de twee jongens gemotiveerd door en probeerden het gewoon op een andere manier.

 

Mindset 

Carol Dweck ging er vanuit dat je iets kunt of niet. Dus je bent slim of je bent het niet. Als je faalt is dat een teken dat je niet slim bent. Haar persoonlijke aanpak als jonge onderzoeker was gericht op succes en het vermijden van fouten. Ze was daarom positief verrast over de reactie van de twee jongens. De enthousiaste houding noemde ze ‘groeimindset’. De behoudende, risicomijdende reactie noemde ze de ‘statische mindset’.

Uitdagingen uit de weg gaan 

De statische mindset gaat er vanuit dat intelligentie, persoonlijkheid en karakter vaststaande gegevens zijn. Niet te ontwikkelen dus. Als iets veel moeite kost, is de redenatie: dit kan ik niet. Om niet dom over te komen, gaat iemand met een statische mindset uitdagingen vooral uit de weg.

  

Oefenen, oefenen, oefenen

Mensen met een groeimindset gaan ervan uit dat je je kwaliteiten kunt ontwikkelen door er moeite voor te doen, te oefenen, uit te proberen, en door te gaan met oefenen als het niet meteen lukt.

Dankzij het werk van Dweck zijn er scholen in Amerika (en gelukkig ook in Nederland) die hun leerlingen nu vertellen dat oefenen en moeite doen om te leren is goed. Dat is het moment dat de neuronen in de hersenen nieuwe, sterkere verbindingen leggen. Je wordt er slimmer van. 

 

Een beter compliment 

Om te voorkomen dat kinderen opgroeien met een statische mindset adviseert Dweck om geen complimenten te geven over eigenschappen. Dus niet: ‘wat ben je toch slim’ of ‘je hebt talent’. Maar wel over inzet en volharding. Bijvoorbeeld: ‘wat heb je goed je best gedaan’ of ‘wat goed dat je hebt doorgezet’.

Ik sluit af met de woorden van mijn kleine heldin Pippi Langkous: ‘ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan!’ Over ‘feeling capable’ gesproken…

 

 

 

Klik hier voor een animatie op YouTube over de mindset

 

 

 

Pin It on Pinterest